Op een mooie lentedag

Anno 2025

De zonnige voorjaarszon was niet te weerstaan en de  
maandagochtendwerkzaamheden konden wachten.
Siska haalde haar wandelschoenen tevoorschijn en ging op stap.

Het mooie weer trok meer mensen, want het was druk in het bos.
Wandelaars, al dan niet met hond, oude en jonge mensen, fietsers op weg naar de tennisbaan of zomaar ergens heen…

Siska liet het allemaal achter zich toen ze het golfterrein naderde. Opeens geen fietsers en wandelaars meer, maar rust. Op de golfbaan stond een geel vlaggetje en niet ver daarvandaan zat een holletje in de grond waar de spelers hun bal in moesten slaan. Op enkele meters afstand stonden twee golfers; de ene was sober in het zwart gekleed en de andere was een monter type met een lichtblauwe trui aan op een kleurige geruite pantalon.
De golfer in kleur moest het eerst slaan.
Er werd gesticuleerd en gewezen en toen ging het gebeuren… Een zwaai… niks, dat was zeker een oefenzwaai. Nog een zwaai eroverheen, misschien was dat een proefzwaai… en toen opeens… een rustige tik tegen het balletje… Ze bleef staan en hield haar adem in terwijl ze gespannen toekeek hoe het balletje de hole zou veroveren…
Maar dat gebeurde niet. De bal rolde vlak langs het holletje en bleef ongeveer twintig centimeter verder liggen.
Haar adem ontsnapte met een zacht: Oh…”, omdat ze het jammer vond dat het balletje zijn doel gemist had.
De man keek op en lachte naar haar.
Ze hief haar handen met gekruiste vingers en schudde langzaam: “Nee..”
Toen draaide ze zich om en liep verder.
Wat een leuke vent was dat. Ze glimlachte bij zichzelf.
Bij het punt waar golfers de weg oversteken om op het andere golfterrein te komen, stond die leuke man haar op te wachten.
Zijn wat lange donkerblonde haar was lichtelijk gelardeerd met zilvergrijs, wat hem een artistiek voorkomen gaf.
“Ik wist dat je hier langs zou komen,” zei hij.
“Ik ben Richard; ik zag je en… ik verknoeide een eenvoudige slag.”
“Dat zag ik Richard,” zei ze. “Ik ben Siska, kwam dat nou door mij?”
“Wat is hierop het goede antwoord… Ik zag een knappe jonge dame belangstellend mijn verrichtingen gadeslaan, en raakte daardoor letterlijk van slag.
En je had je vingers nog wel gekruist!”
“Nee, zo was het niet; toen je mis sloeg liet ik zien dat ik mijn vingers had mòeten kruisen… Ik deed zo..” Ze hief haar handen met gekruiste vingers… en toen zó!” zei ze, terwijl ze nee schudde.

“Het spijt me erg, maar dan is het helemaal jouw schuld!”
Zijn ogen lachten…
“Maar ik ben de kwaadste niet, je krijgt de kans om het goed te maken. Ga mee naar het clubhuis en dan bespreken we daar bij een kop koffie hoe we dit gaan oplossen.”
Wat was hij leuk! Zó leuk! Ze wist best dat ze niet gelijk zo gretig moest reageren, maar Richard was net zo moeilijk te weerstaan als de zon op deze warme lentedag.
“Wil je er iets bij?” vroeg Richard toen de koffie gebracht werd.
Ze is een snoeper en wilde heel graag een bonbon, maar ze zei: “Nee, dank je, het is goed zo.”
Ze wilde niet gelijk haar zwakheden blootgeven.
“Golf jij ook?” vroeg Richard.
“Nee, ik wandel liever. Ik wil niet telkens stilstaan en op iemand moeten wachten…”
“Dat begrijp ik, maar stel dat je met mij zou golfen, dan zou ik je niet te lang laten wachten en de vaart erin houden…”
“Ik heb daarstraks wèl stilgestaan bij jou..”
Dat wilde ze toch even gezegd hebben.
“Inderdaad en daar ben ik heel blij mee.”
“Ondanks het feit dat je door mij het balletje niet in het gaatje kreeg?”
Hij schoot in de lach. “Je weet je wel heel bijzonder uit te drukken zo nu en dan.”
“Dat komt omdat ik geen golfer ben en het jargon niet beheers. Jullie hebben toch wel een jargon?”
“Jazeker, als je interesse hebt kan ik je een boekje toespelen. Daar kun je veel uithalen.”
“Wacht daar nog even mee. Ik weet niet of ik dat wil…”
“Daar kom je het beste achter als je een keer met mij meeloopt. We hoeven niet een hele ronde van achttien holes te doen, we kunnen ook de helft doen; dat is een wandeling van vier of vijf kilometer.”
“Ga je dan alleen met mij?”
“Ja, alleen met jou!”
“Goed, dat doen we. Wanneer?”
“Geef me je telefoonnummer maar, dan bel ik je.”

Ze keek op haar horloge.
“Je bent onderhoudend gezelschap Richard, maar nu moet ik echt naar huis.”
“Zal ik je met de auto brengen?”
“Nee, ik maak liever mijn wandeling af.”
”Mag ik met je meelopen? Ik heb zin in wandelen.”
“Heb je voor mij je vriend in de steek gelaten?”
“Dat maakt niet uit. We golfen wel vaker samen, maar soms komt er iets tussen, dat moet kunnen.
En zodra ik jou had gezien wist ik dat jij belangrijk voor mij was. Dat gevoel was zo sterk, dat ik je graag wilde ontmoeten en ja… nu zijn we hier.”
“Ik vind het leuk dat je meewandelt. Dus graag.”

Hun tempo ligt gelijk en het loopt prettig met elkaar. Richard is een spraakzame figuur, die onderweg van alles weet te vertellen.
Het is een wandeling van een half uur en dan wijst ze: “Hier woon ik!”
“Mooie locatie, aardig stulpje!” prijst Richard.
“Ja, blij mee.”
Vanaf de overkant klinkt het ietwat streng: “Siska!”
Ze kijkt op en Liselotte, haar ‘parttime’ vriendin, haast zich naar haar toe met haar teckel Brutus aan de riem.
“Waar was je toch zo lang? Ik moet weg en ik kan Brutus niet alleen thuis laten, dan raakt hij overstuur.”
Opeens herkent ze Richard. “Wat doe jij hier?” Verbaasd staart ze hem aan.
“Dag Liselotte,” knikt hij. “Ik heb mijn vriendin Siska naar huis gebracht.”
Haar blik verkilt. Ze duwt de riem in Siska’s hand en terwijl ze zich omdraait voegt ze haar toe: “Na de lunch haal ik hem op.”
“Wat is dit?” Verwonderd kijkt ze naar Richard. Het is een rare situatie en dat werkt een beetje op haar lachspieren… “Sorry…” brengt ze uit en ze kan haar lachen haast niet meer inhouden.
“O, dit kan niet,” Ze trekt Richard mee.. “Kom alsjeblieft even mee naar binnen. Straks denkt ze nog dat ik haar uitlach en dat is echt niet zo.
Wat was dat nou? Is zij een ex van je of wat?”
“Nee, absoluut niet. Maar het is wel zo dat onze ouders sinds jaar en dag dikke vrienden zijn. En.., het is haast niet te geloven, vanaf onze kleutertijd doen ze er àlles aan om ons bij elkaar te krijgen.”
Ongelovig kijkt Siska hem aan.
“Gek!… Dat verzin je toch zeker? Zulke dingen zie je in een kostuumdrama uit achttienhonderd zoveel op de televisie…
Dat is toch niet van deze tijd…?”
“Dat is het ook niet. Daarom ben ik vorig jaar vertrokken en heb een wereldreis gemaakt.
Eerlijk gezegd hoopte ik dat Liselotte in die tijd een geschikte kandidaat zou hebben gevonden om mee te trouwen.”
“O god, en nu heb je gezegd dat ik je vriendin ben. Dat zal wel hard aangekomen zijn, want volgens mij is ze single.”
“Ik heb soms met Liselotte te doen,” Richard zucht.
“Zij had twee eeuwen geleden geboren moeten worden; dan was de aanpak van haar ouders helemaal goed geweest en was ze vast getrouwd en gelukkig geworden.
Maar ik kan toch niet met haar trouwen omdat zij in de negentiende eeuw thuishoort?”
Richard trekt een stoel naar zich toe en gaat zitten.
“Ik wist helemaal niet dat ze hier woonde. Ik dacht dat ze nog steeds bij haar ouders zat in Bergen.”
“Ze woont hier ongeveer een jaar. Dus toen jij vertrokken bent is zij niet lang daarna ook het huis uit gegaan.”
“Ja, dat zal. Mijn moeder heeft daar niets over gezegd.
Ik dacht hier in de Achterhoek veilig te zijn, maar nu kom ik haar natuurlijk vaker tegen. Ik woon in het volgende dorp in het atelier van mijn vriend Luc. Die heb je gezien, die was met mij op het golfterrein. Hij is kunstschilder en naast zijn atelier is een klein slaapvertrek en dat mag ik zo lang ik wil gebruiken. Vertel alsjeblieft niet tegen haar dat ik daar woon.”
“Natuurlijk niet! Ze gaat me vast martelen, maar ik zal zwijgen als het graf!”
Richard schiet in de lach. Hij vindt Siska’s manier van doen verfrissend en het is fijn om te zien hoe speels ze met deze, voor hem lastige, toestand omgaat.

“Ik weet wat!” Ze kijkt hem aan…”Als we tegen haar zeggen dat jij mijn verloofde bent, zal ze niet gaan zeuren dat ik haar niet in de wielen mag rijden wat jou betreft. Als je dat niet wilt begrijp ik dat, maar dan ze zal je zeker gaan claimen. Het verplicht je tot niks hoor! Ik wil alleen maar helpen.”
“Zou je dat echt voor mij doen? Dat is een pak van mijn hart. In gedachten zag ik die etentjes bij mijn moeder alweer voorbijkomen met steeds opnieuw die irritante toespelingen… Als jij meegaat en mijn moeder ziet wat een geestige, sprankelende vrouw ik heb gevonden, dan zullen eindelijk haar ogen open gaan en houdt ze op met mij te pushen.”
“Dan ben je vrij!”
“Ja! Eerlijk gezegd was ik in stilte al bang dat ik weer op reis moest en, hoe mooi het allemaal ook was, ik heb voorlopig genoeg van de wereld gezien.”

“Nu je hier toch bent Richard, wil je iets eten?”
Hij kijkt haar aan en de vraag of dat niet te veel moeite is ligt op zijn lippen.
“Ik heb een tomatensoepje met een geroosterde  boterham en iets met sla; ik moet even zien wat er nog in de koelkast ligt.”
“Dit is een bijzonder moment!” vindt Richard. “Dit is de eerste keer dat mijn verloofde en ik samen lunchen!”
Hij staat op.
“Kan ik helpen? Ik ben best handig in de keuken.”
Dat vindt ze leuk.
“Maak jij de sla? Kijk maar in de koelkast wat je gebruiken kunt. Ik heb groente, fruit en eieren.”
Aan het hakken van de groenten ziet ze dat hij geen nieuweling in de keuken is.

Ze gaan aan de tafel zitten.
Richard oppert: “Je moet een verlovingsring hebben. Geen nep-ring, maar een echte. Je mag er zelf een uitkiezen. Ik zou dat wel willen doen, maar ik weet nog te weinig van je. Wat is je geboortedatum?”
“Zestien februari.”
“Dan ben je een Waterman,” knikt hij.
Hij pakt zijn telefoon en toetst geboortesteen februari in en komt uit bij een Amethist.  
Hij laat haar de afbeelding zien. Hoe vind je die steen en die kleur?
“Héél mooi, maar ik vind eigenlijk alle kleuren mooi.”
“Laten we naar de winkel gaan en dan zoeken we iets uit dat bij je past,” vindt Richard.
“Zullen we dat vanmiddag doen als Liselotte de hond heeft opgehaald?”
Ze weet niet dat je hier bent, want je auto staat bij het golfterrein. En ik werk haar gelijk de deur uit, omdat ik heb een afspraak heb met… jou.” Glimlachend kijkt ze hem aan.

Haar werkkleding is niet geschikt om naar de juwelier te gaan.
Ze wijst Richard het een en ander om te lezen en gaat zich omkleden.
“Je bent prachtig!” prijst Richard haar zodra ze zich vertoont. Ze heeft haar bruin suède pantalon aan met daarop een zachtroze kasjmier trui.
Nu is het wachten op Liselotte en daarna kunnen ze gaan.
Richard vraagt haar naar de golfbaan te rijden zodat hij daar zijn auto kan ophalen.
Ze stappen over van haar kleine wagentje in de grote van Richard en daarmee rijden ze naar Apeldoorn, waar hij een juwelier kent.
Er is veel keuze en ze doet haar best om bescheiden te blijven. Voor Richard lijkt geld geen rol te spelen en hij staat erop dat ze de ring krijgt waar ze haar ogen haast niet vanaf kan houden omdat ze daar helemaal weg van is. Het wordt een geelgouden ring met een amethist met aan weerzijden daarvan een diamantje.
Als ze weer in de auto zitten kijkt Richard naar haar gezicht dat helemaal warm en rood ziet van opwinding en verlegenheid tegelijkertijd.
Een warme golf slaat door zijn borst. Ze ziet er zo lief uit, dat hij haar in zijn armen zou willen nemen en kussen.
Dat kan toch niet, dat is niks voor hem. Hij is een nuchter iemand en hij kent haar pas een paar uur!
Hij moet zich beheersen en haar niet afschrikken. Anders is hij haar straks voorgoed kwijt.
Ze kan haar ogen niet van die prachtige ring afhouden.
Richard zit ontspannen achter het stuur.
Inmiddels heeft hij zichzelf weer in de hand.
“Richard, als dit allemaal voorbij is, mag je de ring dan teruggeven aan de juwelier?” vraagt ze.
“Nee meisje, dit is jòuw ring, die gaat echt niet terug!”
“Ik vind hem prachtig, maar dat is teveel. Ik zal hem terugbetalen.”
Richard glimlacht tegen haar: “Geniet jij nou maar van je ring en maak je niet druk over financiële dingetjes.
Ik kan het mij veroorloven en hij staat je geweldig!”
Dan gaat zijn telefoon. Hij kijkt op het scherm en zegt tegen haar: “Dat is mijn moeder. Ik weet zeker dat Liselotte haar heeft gebeld. Let maar op.”
Hij neemt handsfree op. “Ha moeders, hoe gaat het? Ben ik aangemeld door iemand?”
“Richard, ik hoor dat je in de Achterhoek zit. Ben je bij Liselotte?”
Nee, ik ben niet bij Liselotte geweest, maar heb haar wel even gezien toen ik mijn verloofde naar huis bracht.”
“Wat zeg je me nou? Je verloofde?” klinkt het ontzet.
“Ja, mijn verloofde. Ik heb Siska hier in de Achterhoek ontmoet en ze bleek onweerstaanbaar.”
Hij moet even een brok in zijn keel wegkuchen.
“Ze is mooi, lief, vrolijk en grappig, kortom geweldig! En ik ben dol op haar.”
“Waar ben je nu? Logeer je in een hotel?”
“Nee, ik heb een nachtje bij een vriend geslapen.”
“Waar zit je dan, je kunt toch wel je adres geven?”
“Eerlijk gezegd heb ik op het ogenblik geen adres.”
“En je logeert echt niet bij Liselotte?”
“Alsjeblieft, spaar me! Ik moet er niet aan dènken. Ik heb een allerliefste verloofde en Liselotte moet iemand zoeken die bij háár past en ik ben dat beslist niet!
Ik kom niet naar huis voordat je belooft dat je ophoudt Liselotte aan me op te dringen.
Ze is een prima meid, maar niet voor mij!”
Het blijft even stil.
“Moeders, ben je er nog?”
“Ja, ik ben er nog.” Ze klinkt nu zachtjes en niet meer opgewonden. Richard voelt dat ze huilt.
“We komen binnenkort!…” belooft hij dan maar gauw.
“Wanneer?”
“Momentje,” zegt hij. “Blijf even hangen…”
“Siska, heb jij deze week een keer tijd om met mij mee naar mijn ouders te gaan?”
Siska vindt het verlovingsavontuur steeds spannender worden en tegelijkertijd is ze dodelijk nieuwsgierig naar zijn familie. Zelf heeft ze geen familie in het land. Haar ouders zijn gescheiden toen ze nog jong was en haar moeder is na een paar jaar hertrouwd en met haar nieuwe liefde naar Australië vertrokken. Haar vader werkt voor een oliemaatschappij en zit veelal in het buitenland.
“Ik kan morgen wel,” zegt ze.
Richard belooft zijn moeder dat ze de volgende dag voor de lunch present zullen zijn.
“Het is gewoon één dagje hè?” vraagt ze voor de zekerheid.
“Ja hoor, ik breng je naar huis wanneer je maar wilt.” Richard rijdt naar de golfbaan waar haar auto nog geparkeerd staat.
“Ik breng je met plezier naar huis, maar je wilt je auto vast liever thuis hebben?”
Dat wil ze. Nu is ze weer verlegen.
“Ik wil je graag bedanken voor de mooie ring,” zegt ze.
“Mag ik je een knuffel geven?”
Ze stapt uit en loopt om de auto heen. Richard stapt ook uit. Ze kijken elkaar intens aan en dan steken ze hun armen uit en omhelzen elkaar. Ze snuift zijn geur op en tot afscheid geeft ze hem een licht zoentje op zijn wang. Richard ervaart haar nabijheid tot in zijn tenen.
Al zijn zelfbeheersing moet hij inzetten om haar niet nogmaals te omhelzen, tegen zich aan te drukken en echt te kussen.
Als ze wegrijdt zegt hij: “Doe je voorzichtig?”
Dat vindt ze zó lief, want zij had niemand die ooit zoiets tegen haar zei.

Thuisgekomen kan ze haast niet bevatten dat er op een gewone maandag zoveel is gebeurd.
Haar hele wezen is vervuld van Richard.
Ze gaat op haar geliefde plekje voor het raam zitten en staart dromerig naar buiten.
Een roffel op de deur kondigt de komst van Liselotte aan.
Waar ze normaal wacht tot Siska aan de deur komt, stapt ze nu brutaalweg naar binnen.
“Is Richard hier?”
“Nee, hoezo?” vraagt ze.
“Ik ben naar hem op zoek! En toevallig trof ik hem hier aan toen ik net weg moest. Dus nogmaals…Is Richard hier?”
“Nogmaals…Nee!”
“Zeg dan waar ik hem bereiken kan!” Liselotte klonk geïrriteerd.
“Geen idee, ik heb hem niet aan een touwtje.
We zijn dan wel verloofd, maar hij is een vrij mens!”
“Hoe kun jij opeens met hem verloofd zijn? Hij zat bijna een jaar, zonder tussenpozen, in het buitenland.”
Wij hebben elkaar ontmoet bij het golfen.”
“Onzin, jij golft niet.”
“Jij zult het wel weten.” berust ze.
De ring! Nu moet ik de ring laten zien. De ring is de joker!
“Kijk eens, wat denk je dat dit is?”
De beeldschone verlovingsring beneemt haar de adem.
“Wij zijn verloofd!” legt ze nog eens nadrukkelijk uit.
“En we zijn heel gelukkig samen.
Liselotte, jij bent een wat vage soms-wel/soms-niet vriendin. Wat geeft jou het recht mij hierover te ondervragen? Je bent mijn moeder niet!”
“Geloof maar niet dat hij met je trouwt!” snerpt ze.
“Dat heeft hij mij al zo vaak beloofd en als het zover is, haakt hij af.”
“Was dat alles?” vraagt ze. “We zijn vanmiddag uit geweest en ik wil me nu graag douchen.
Boos en gefrustreerd beent Liselotte de kamer uit en knalt de deur achter zich dicht..
Voorheen had Siska het idee dat Liselotte een dame was;
een beetje excentriek weliswaar…
Maar dit gedrag, haar brutaliseren in haar eigen huis en met de deur slaan, past niet bij dat beeld.
Ze staat op, sluit het tuinhek af en doet de deur op slot.
Anders is er een goede kans dat ze straks weer in de kamer staat.
Ze kan zich levendig voorstellen dat Richard de benen nam toen ze hem, geholpen door de wederzijdse ouders, constant belaagde.
Ze moet dit goed onthouden. Ze wil hem in geen geval in een positie brengen dat hij ooit voor haar op de loop gaat.

Na het douchen nestelt ze in haar badjas op de bank met een mooi boek.
De telefoon gaat. Het is Liselotte. Daar heeft ze vandaag geen zin meer in. Ze laat het toestel overgaan tot het antwoordapparaat het overneemt.
Even later belt Richard.
“Richard!” Ze is blij dat ze zijn stem hoort.
“Zit je nou op dat kleine kamertje in het atelier?”
“Nee, ik ben een straat bij jou vandaan. Vind je het goed dat ik nog even langs kom?”
“Natuurlijk, kom maar. Ik zit al wel in mijn pyjama… als je dat niet erg vindt?”
“Nee hoor, ik heb wel eens vaker een pyjama gezien.”
Ze springt overeind om het hek weer open te doen..
Haar hart maakt een sprongetje zodra ze zijn voetstap herkent. Ze gaat hem tegemoet en weerstaat de neiging om in zijn armen te springen.
“Ik doe even het hek weer op slot,” zegt ze en schuift langs hem heen naar buiten.
“Dat had je mij ook kunnen vragen,” vindt Richard.
Hij gaat zitten op een manier alsof ze al jaren samen zijn.
“Waar heb je zin in? Ik heb koffie, thee, whisky en wijn…”
“Zal ik wat pakken?” vraagt hij. “ Wat wil jij?”
“Ik lust wel iets feestelijks op onze eerste verlovingsdag!”
“Ik hoopte al dat je dat zou zeggen.”
“Verras me maar…”
Richard gaat aan de gang met de drankjes die ze in huis heeft.
Ondertussen steekt Siska wat kaarsjes aan.
Richard heeft een paar heerlijke cocktails gebrouwen.
Hij geeft Siska haar glas aan en gaat naast haar op de bank zitten.
Ze klinken: “Op ons!”
Ze nemen een slokje en dan buigt Richard zich naar haar toe: “Mag ik op deze bijzondere dag mijn verloofde een kus geven?”
Ze kijkt hem aan en haar ogen zeggen genoeg.
Hij laat haar blik niet los terwijl hij de glazen op de tafel zet…
Hij trekt haar in zijn armen en strijkt met zijn vingers haar haren uit haar gezicht. Hij kijkt haar aan, legt zacht zijn vingers onder haar kin en beroert haar lippen.
Dan schenkt ze hem haar prachtige glimlach…
Hij kust haar en zij kussen elkaar. Het is zo fijn en heerlijk… zo vertrouwd, zo echt…
Het liefste zou hij nog meer van haar vragen; haar zachte sexy lichaam in zijn armen is gemaakt om lief te hebben; maar dat doet hij niet, hij wil hun samenzijn niet verlagen naar een onenightstand.
Hij realiseert zich dat hij verliefd is op Siska, een vrouw die hij nauwelijks kent. De komende tijd zal hij alles doen wat nodig is om haar hart te veroveren.

Pas na middernacht vertrekt hij met de belofte dat hij haar de volgende ochtend rond half elf komt ophalen.
Bij het afscheid aan de deur houden ze elkaar vast, totdat hij zich voorzichtig losmaakt en na een laatste kus de tuin uitwandelt.

De reis naar Bergen is leuk.
Richard wil van alles over haar weten. Over haar familie, haar opleiding.. en hoe ze haar dagen vult.
Siska blijkt een harde werker en dat doet hem beseffen dat hij na al dat reizen over de wereld ook iets moet zoeken om zich nuttig te maken.
Zijn familie heeft aandelen in de machinebouw en hij heeft tot nu toe hoofdzakelijk de playboy uitgehangen.
Dat is nu afgelopen, belooft hij zichzelf.
Richard vraagt nog even door: “Wat is je lievelingskleur en van welke bloemen houd je het meest?”
Dan wil ze van hem weten wat zijn lievelingskostje is en of hij van dieren houdt. Drinkt hij wel eens een biertje? Of is het meestal whisky…
Hij heeft zoveel gereisd. Welke plek zou hij ooit nog eens willen bezoeken? En dan met haar?
Dan zijn ze in Bergen.
Richard weet zeker dat zijn ouders blij verrast zullen zijn als ze Siska ontmoeten. Ze verheugen zich op een fijne dag.
De ouders van Richard wonen in een grote villa. Ze rijden de oprijlaan op en tot hun beider verbijstering zien ze daar de Mini Cooper van Liselotte staan.
“Maak je geen zorgen en geloof niets van hetgeen ze tegen je zegt.” raadt Richard haar aan.
“Ik ben bij je en jij bent mijn echte verloofde. Het is geen spelletje. Ik ben gek op je en daar moet je je aan vast houden.”
“Het is pas dag twee…en ik ben hard bezig verliefd op je te worden! Je bent een heerlijke kusser en een warme aantrekkelijke man. Ik vertrouw je!”
“Zo mag ik het horen! Ben je er klaar voor?”
Ze stappen uit en Richard moet haar nog even zoenen om de dag door te komen.
Voor ze op de stoep staan wordt de deur al open gedaan. De ouders van Richard zijn heel blij hun zoon na zo’n lange tijd weer te zien en zij omarmen hem.
Ook Siska wordt door Jan, de vader van Richard, hartelijk ontvangen. Zijn moeder, Helène, is sceptisch en negeert haar; volgens Richard komt dat door de input van Liselotte.
Ze gaan naar binnen en in de serre zit Liselotte, als een spin in haar web.
“Ha, Liselotte, waar is Brutus?” vraagt Siska.
“Ik heb Brutus ergens gebracht waar hij wèl welkom is.”
“Wat bedoel je daarmee?” vraagt Richard.
“Ik was gisteren bij Siska en ze wilde niet zeggen waar jij was. Ik wilde samen met jou naar je ouders gaan.
Toen ik later belde dat ik Brutus vanmorgen bij haar zou brengen, nam ze niet op. En nu is ze hier. Dat maakt het wel duidelijk.”
“Liselotte, Siska is mijn verloofde. Vandaag kom ik haar aan mijn ouders voorstellen en op zo’n dag moet jij maar op je eigen hond passen.”
“Ik weet toevallig dat jullie niet echt verloofd zijn. Dat jullie maar doen alsof en dat zij een nep-ring aan haar vinger heeft.”
De moeder van Richard knikte streng en liet duidelijk merken dat ze Liselotte geloofde.
“O ja?” zei zijn vader. “Mag ik jouw ring eens zien, Siska?”
Ze staat op en reikt hem haar hand.
Hij heeft er duidelijk verstand van.
“Dat is een prachtige ring! Geel goud met een Amethist en twee diamanten, Werkelijk een subliem stuk! Dat heb je goed gedaan zoon!”
“Wanneer ben je jarig Siska?”
“Zestien februari,” antwoord Richard voor haar.
“Die steen is haar geboortesteen en hij past prachtig bij haar.”
“Een Waterman,” beaamt zijn vader.
Bij zijn vader zijn ze alvast voor hun mini examen geslaagd.
Zijn moeder is nog niet overtuigd, maar zegt niets.
Ze kan het nog steeds niet verkroppen dat Richard niet voor Liselotte heeft gekozen.

Richard gaat in de aanval.
“Moeders, ik had je gisteren aan de telefoon en toen heb ik je verteld dat ik verloofd ben. Je wilde zelf dat we zouden komen. Ik accepteer niet dat je Siska niet correct behandelt. Als jij geloof hecht aan roddels, dan lijkt het me beter dat wij vertrekken.”

Hij staat op. “Kom lieverd, wij gaan iets leuks doen,” zegt hij.
Siska staat op.
Liselotte zegt niks, maar kijkt gemeen. Helène kijkt hulpzoekend naar haar man.

Jan grijpt niet in.
Hij vindt dat zijn vrouw zich moet verontschuldigen.
Zolang hij de hete kolen voor haar uit het vuur blijft halen, zoals hij al zo vaak heeft gedaan, zal zij blijven volharden in haar onverzoenlijke houding.
En deze keer gaat het om hun zoon.

Zodra ze de deur uit zijn zegt Helène: “Jan, doe dan iets. Haal Richard terug en stuur die vrouw naar huis.”
Liselotte doet er een schepje op: “Die ring is heus niet van haar. Die hebben ze vast geleend of gehuurd.”

Lijzig zegt hij: “In hun plaats was ik al eerder vertrokken. Wat bezielt jou om je door Liselotte zo te laten opstoken, dat je je enige zoon met zijn verloofde de deur uit jaagt.”
Hij wendt zich tot Liselotte.
“Waarom ben jij uitgerekend vandaag hier? Jij komt zomaar onuitgenodigd aanzetten met je kwaadsprekerij.
Jouw gedrag lijkt verdacht veel op stalken. En dat is strafbaar!”
“Ik heb haar uitgenodigd.” Helène probeert het waardig te zeggen.
“Waarom?”
“Omdat ik heel blij was dat Liselotte mij vertelde dat onze Richard weer in het land was. Ze heeft uitgezocht waar hij verblijft en mij laten weten…”
“Waarom Liselotte…?” Jan kijkt haar streng aan. “Waarom bemoei jij je met het privéleven van Richard?
Hij is een volwassen man en absoluut in staat om zijn eigen keuzes te maken.”
“Omdat zij en onze Richard voor elkaar bestemd zijn!” komt Helène ertussen.
“Hoe kom je daarbij? Richard wil helemaal niks met haar!
Gisteren had ik trouwens Sjoerd nog aan de lijn… Hij vond het prachtig dat Richard speciaal naar hem toegekomen was om een verlovingsring voor Siska uit te zoeken.
Hij feliciteerde mij en vond het zo’n leuk stel.
Ik moest jou trouwens ook zijn felicitaties overbrengen…
Wel, bij deze dan.”
“Dus Sjoerd wist hier ook van?” vraagt Helène verbijsterd.
“Ja, toen ik je dat wilde vertellen, wimpelde je mij af omdat je al je aandacht nodig had voor de ‘nieuwtjes’ van Liselotte.”
Jan zucht en heft zijn handen in onmacht…
“Ik ben ook verwijtbaar. Misschien heb ik je teveel en te vaak alleen gelaten. Het gemene spel dat jullie spelen is mij lange tijd ontgaan, domweg omdat ik me niet voor kon stellen dat je tot dergelijk gedrag, notabene tegen je eigen zoon, in staat was.”
Hij richt zich tot Liselotte.
“Het lijkt me het beste dat jij nu naar huis gaat,” zegt hij rustig.
Liselotte probeert damesachtig op te staan, maar doordat ze hoge hakken draagt, wankelt ze een beetje.
Ze zet zichzelf rechtop en wandelt zo waardig mogelijk het huis uit.
Ze gaat in haar auto zitten en kan niet gelijk wegrijden. Haar hart bonst en ze is diep beledigd.
Ze balt haar vuisten en gilt het uit, terwijl ze met haar vuisten op het stuur trommelt.
Ze realiseert zich dat ze Richard voorgoed kwijt is, en dat heeft ze aan zichzelf te danken.

“Als ik Richard vraag of ze bereid zijn om terug te komen, kun jij het dan opbrengen om je excuus aan te bieden?”
Helène is niet gewend dat Jan zo duidelijk zegt waar het op staat. Meestal verdwijnt hij naar kantoor of verzint hij een afspraak om minder prettige situaties te vermijden.
Ze bekijkt hem opeens met andere ogen.
Ze ziet de krachtige man waar ze ooit verliefd op werd.

“Ja, ik zal mijn excuses aanbieden,” belooft ze.
Jan ziet opeens hoe kwetsbaar ze is. Het lijkt alsof ze letterlijk kleiner wordt in haar nederigheid.
“Jan, het spijt me zo. Ik had me nooit zo mogen laten beïnvloeden.”
Jan heeft met haar te doen. “Ach, vrouw, ze heeft niet alleen Richard, maar ook jou gemanipuleerd, door gebruik te maken van je verdriet omdat Richard zo lang op reis was.”

Siska en Richard hebben een gezellig eetcafé ontdekt. Eenmaal binnen vinden ze een intiem plekje naast elkaar op het bankje in de hoek.
Siska vond het prima om te vertrekken en te ontsnappen aan Liselotte.
Voor Richard ligt dat anders. Hij is teleurgesteld in zijn moeder, die goede manieren altijd hoog in het vaandel had staan.
Hij heeft nooit eerder meegemaakt dat ze zich zo onbeleefd tegen iemand heeft opgesteld.
Naar Siska toe gedroeg ze zich ronduit beledigend, maar gelukkig trekt die zich dat niet te erg aan.
Zij vindt het vooral naar voor Richard.
Siska kent Liselotte al een jaar en heeft haar altijd geholpen. Ze heeft vaak op Brutus gepast en vaak haar klaagzangen aangehoord. Liselotte is een energievreter en zoals ze zich gedroeg bij de ouders van Richard… Ze deed alsof zij, Siska, personeel was waarover ze vrijelijk had te beschikken.
Ze is klaar met Liselotte en haar gestook. Alleen is het jammer van Brutus, want dat is een lief beestje.

De mobiel van Richard begint te trillen.
Hij werpt er een blik op en zegt: “Het is mijn vader.”
Ze steekt haar handen op en kruist haar vingers. Richard geeft haar een knipoog en een brede glimlach..
Zijn vader moet eerst een paar keer zijn keel schrapen en dan begint hij te spreken.
“Richard en Siska, ik heb Liselotte weggestuurd en ze komt niet meer terug.
Je moeder en ik hebben een goed gesprek gehad en we hopen dat jullie ons nog een kans willen geven.”
Siska heeft de boodschap meegekregen en zij lacht en knikt blij.
Zij heeft helemaal geen familie in de buurt en ze wil niets liever dan de familie van Richard accepteren en zelf geaccepteerd worden.
“Nu komt het vast allemaal goed.” hoopt ze…
“Laten we daar maar vanuit gaan.” vindt Richard.
Ze krijgen haast en hand in hand hollen ze naar de auto.

Als ze de oprijlaan oprijden krijgen ze een review.
Er staat géén Mini Cooper geparkeerd!
Nu verloopt de aankomst zoals ze het eerder die morgen hadden verwacht.
Ze stappen uit de auto en lopen naar de ingang.
De deur gaat open en de beide ouders van Richard omarmen nu ook Siska, terwijl Richard breed lachend toekijkt.
“Welkom lieve kind,” zegt Jan.
Helène geeft haar een kus en kijkt haar aan:
“Siska, o Siska, het spijt me zo wat ik heb laten gebeuren.
Ik schaam me hiervoor.
Ik zal mijn best doen om het met jullie allebei goed te maken. Jullie hadden zo’n ongastvrije ontvangst absoluut niet verdiend. Alles wat er gebeurd is, kan ik niet zomaar uitvegen. Met de hulp van Jan ga ik het anders doen.
We hebben Liselotte laten gaan omdat ze een sterke negatieve invloed op mij had.
Jan heeft me de ogen geopend.
We zien dat onze zoon eindelijk gelukkig is en daarvoor zijn we jou heel héél dankbaar!”
Siska kreeg tranen in haar ogen.
Ze stak haar hand uit naar Richard, die haar naar zich toetrok en haar toefluisterde: “Nu komt alles goed!”

Ondanks alles wat er gebeurd was werd het een fijne dag.
Ze maakten met elkaar een wandeling langs het strand waar ze beurtelings met elkaar spraken.
De meeste muizenissen werden weggeblazen door de harde wind en Richard kreeg eindelijk de gelegenheid de banden met zijn ouders aan te halen.

Toen ze die avond terugreden naar de Achterhoek zei Richard tegen haar: “Sis, het was een top-idee van je om je met mij te verloven.”
Hij zette de auto aan de kant, waar ze uitkeken over de IJssel. Hij sloeg zijn arm om haar heen en ze legde haar hoofd tegen zijn schouder.
“Nu mag ik een idee poneren! Dat is eerlijk en daarna mag jij weer…” Hij trok haar wat steviger tegen zich aan. “Ja?”
Vol verwachting keek ze hem aan. “Ja!”
“We zijn nu al twee dagen verloofd. Ik vind dat we niet te lang verloofd moeten blijven. Ik hou van je. Zo gauw je er klaar voor bent, wil ik met je trouwen.”
Hij kust haar lippen. “Hoe vind je mijn idee?”
“Ik vind het een heerlijk idee!” zegt ze.

Drie maanden later trouwden ze. Siska wilde haar ouders er graag bij hebben en dat had even tijd nodig.
Maar het lukte. Het was bijzonder haar ouders na jaren weer samen te zien.
Ze gingen als vrienden met elkaar om en dat was fijn voor Siska.
Tegen Richard zei ze echter: “Ik ga nooit van je scheiden, dat zou ik niet kunnen verdragen.”
Die belofte vond hij zijn mooiste huwelijkscadeau!

                         ——————–

                         ——————–


Reacties

Eén reactie op “Op een mooie lentedag”

  1. Mieke van den Broek-Hanskamp avatar

    Ha Cornelia,
    Je hebt er een overtuigend eigentijds sprookje van gemaakt. Bepaald ontregelend, met al die onverwachte wendingen. Ik zag het verhaal helemaal voor me. Chapeau!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *