Anno januari 2025
Er wordt mij wel eens gevraagd: “Hoe bedenk je al die verhalen, waar haal je de inspiratie vandaan?”
Alles om mij heen, hier en nu, bevat inspiratie; en dat niet alleen, ik ga soms terug tot aan de jaren vijftig, de meest bewuste tijd van mijn jeugd.
Ik observeer en luister.
Het leven hier in de Achterhoek, het hele sociale gebeuren, is een prachtige bron.
Ik zie de wereld om mij heen als een enorm vat met ingrediënten en daar pluk ik links en rechts uit en maak er iets van.
De verschillende reizen die ik heb gemaakt, brengen mij ook weleens op een idee.
Soms hoor ik verhalen die ik op mag schrijven, echter wel met het verzoek gefingeerde namen te gebruiken.
Een enkele keer komt het voor dat ik mijzelf teleurstel, omdat ik niets weet te bedenken.
Dat gebeurde de afgelopen week.
Gisteren begon de tijd te dringen; en toen bedacht ik dat een boswandeling mijn vastgelopen hoofd zou losmaken.
Voldaan, omdat ik een flink stuk in de benen had zitten, dacht ik wat zinnigs op papier te zetten, maar opnieuw blokkeerde ik.
Normaliter maak ik een concept, altijd met pen en papier.
Maar het enige dat vol kwam was de papierbak, want alles wat ik schreef en nakeek, vond ik bij nader inzien ongeschikt, niet goed.
Actualiteiten en praatprogramma’s maakten me niet vrolijk en hielpen ook al niet…
En daarom troostte ik mijzelf met een beker koffie.
Ik besluit te gaan koken.
Een mosterdsoepje is een goede start..
In de vriezer vind ik een stuk sukadevlees, dat ik ontdooi en aanbraad met een weinig zout en vers gemalen peper.
Dit laat ik minstens drie à drie-en-een-half uur garen onder het toevoegen van één beker bouillon en verder nu en dan wat water, zodat het vlees niet verbrandt, maar heerlijk zacht wordt tot het uit elkaar valt.
Halverwege mik ik er een gesnipperd uitje bij en een handje doormidden gesneden snoeptomaatjes.
Het is een tip van mijn schoonmoeder om nu en dan tomaatjes als kruiderij te gebruiken…
Ondertussen heb ik een paar aardappels geschild.
Er is zuurkool uit het vat en ik heb nog een stoplicht paprika’s.
Zo maak je de zuurkool:
Snijd twee verschillend gekleurde paprika’s in kleine blokjes en bewaar ze.
Voor de zuurkool wordt opgezet moeten de aardappels op het vuur staan.
Eerst gaat er een klontje roomboter in de pan.
Dat laten smelten en daar een gesnipperd uitje opleggen.
De ui wordt zachtjes gegaard in de boter, en dan gaat de zuurkool daarbovenop.
Met twee vorken de zuurkool mooi loswerken.
Er staat nog een aangebroken fles witte wijn en daarvan giet ik zoveel over de zuurkool dat het net onder staat en breng dat aan de kook.
Zodra het kookt, de zuurkool 20 min. laten garen.
Als het goed is, is de wijn dan ongeveer ingekookt.
Ondertussen wat biologische spekjes uitbakken en als ze goed zijn door een zeef doen en het vet verwijderen.
Nu een scheut olijfolie in de pan en dan kunnen de paprikablokjes daarin gedurende twee minuten worden geroerbakt. Dan de spekjes erbij in en even mee warmen. Neem twee voorverwarmde schalen en vul de een met de gekookte aardappelen en de andere met de zuurkool. Strooi de paprika met de spekjes over de zuurkool.
Dat geeft een mooi effect en het is heel lekker.
Zet de pan met het vlees en de schalen op tafel.
Ik had hierbij nog een paar overgebleven stoofperen en wat cranberrysaus…
————————–
Geef een reactie