Anno 2025
Jeroen staat op van zijn stoel, schudt zijn stijf geworden schouders los, rommelt wat in zijn oude leren schoudertas, hangt hem om en pakt zijn telefoon. In het voorbijlopen grist hij zijn jas en zijn sjaal van de kapstok.
Bij het weggaan gaat hij nog even langs Daisy om te horen of er een bevestiging is binnengekomen van het weekend Spa dat hij haar heeft laten boeken, een verrassing voor zijn mooie Letitia, omdat ze dit weekend zes maanden bij elkaar zijn.
Daisy trekt haar neusje op terwijl ze ontkennend haar hoofd schudt.
“Nee?” vraagt Jeroen ten overvloede…
“Nee, nog niets… Ik app je wel als het binnen is. Ga je nu naar huis?”
“Ja… als ik nu ga ben ik voor de spits thuis, en kan ik thuis verder werken.”
Het is guur buiten.
Waterkoud.
Jeroen kijkt op zijn horloge en bedenkt dat hij Letitia nog net kan oppikken bij de scholengemeenschap waar zij werkt. Dan hoeft ze niet met de bus..
Hij slaat af en parkeert zijn Audi SUV op de parkeerplaats van de leerkrachten.
Hij haast zich de hal binnen en meldt zich bij Ina, de dame van de receptie die hem herkent en informeert naar zijn vriendin.
“Letitia is in bespreking met de directeur,” weet zij te melden.
Hij steekt zijn hand op. “Ik weet waar het is!”
Met zijn lange benen neemt hij de trap met dubbele treden tegelijk en wandelt naar het kantoor van zijn tweelingbroer Patrick, waar hij een roffel op de deur geeft, alvorens hem te openen.
Verbaasd kijkt hij naar Patrick en Letitia.
Zijn Letitia zit bij zijn broer op schoot en hij ziet dat ze gehuild heeft.
Met een paar stappen is hij bij haar en trekt haar van zijn broer af.
“Wat doen jullie?” Jeroen kan zijn ogen niet geloven.
Patrick staat op en zegt op zijn zalvende schoolmeester toon, waarbij hij een kalmerend gebaar met zijn hand maakt, tegen Jeroen: “Het is niet wat je denkt…”
Tegelijkertijd valt het Jeroen op dat hun kleding er verfomfaaid uitziet.
“Jij gaat me vast vertellen wat ik denk!” daagt hij zijn broer uit.
“Jij denkt dat we hier zitten te rotzooien, maar dat is helemaal niet zo!”
“Waarom zou ik dat nou denken?” gooit hij er sarcastisch uit.
“Wat je zag is dat ik haar troostte.”
“Ja hoor.. dat zag ik. Jammer voor je dat je maar twee handen hebt.”
Letitia drukt zich tegen hem aan en smeekt: “Toe nou Jeroen, je weet toch wel dat je nooit jaloers hoeft te zijn op je broer?”
“Ga even zitten, dan zullen we je vertellen wat er gebeurd is.” valt Patrick haar bij. Jeroen verbijt zijn woede en neemt plaats.
“Laat horen!” zegt hij.
Patrick neemt het woord. “Letitia heeft een jongen in de klas die haar heeft aangevallen.” begint hij. “Dat joch is een ongeleid projectiel en door zijn gewelddadige gedrag denkt hij Letitia te kunnen manipuleren.”
Hij knijpt zijn lippen op elkaar en knikt met zijn hoofd opzij.
“Zijn vader is een strenge man- hij is rijk- en als David niet naar behoren presteert, moet hij naar een kostschool in Engeland.”
Nu neemt Letitia het woord: “Je begrijpt het al, denk ik, hij doet alles wat verboden is. Hij rookt, drinkt en doet wat met drugs. Nu wil hij mij dwingen om zijn cijfers bij te stellen, zodat hij met dit bar ongezonde leventje door kan gaan.”
“En als hij hoge cijfers haalt, geeft zijn vader hem een nieuwe auto,” doet Patrick er nog een schepje bovenop.
Jeroen steekt zijn hand op.
“Stop even.”
Om beurten kijkt hij zijn broer en zijn vriendin indringend aan.
“Is de Politie gewaarschuwd? En hebben jullie contact met zijn vader opgenomen?”
“Nee, ik ben bang dat we het dan juist erger maken.” benadrukt Patrick. “Vertel me dan maar hoe die jongen heet, dan los ik het op.”
“Het spijt me, dat kan ik niet doen.”
“Zeg het nou maar, want ik kom er toch wel achter.”
Met een dun stemmetje zei Letitia: “Ik wil dat je er buiten blijft. Dit gaat om onze school, onze leerlingen en mijn baan.”
Jeroen draait zich naar Letitia: “Kijk me aan! Horen jullie jezelf praten? Een gewelddadig joch mag niet geconfronteerd worden. Maar mijn broer mag jou wel op schoot nemen en troosten en met zijn handen zitten waar ze niet horen?”
Dan keert hij zich naar zijn broer.
“Is jouw vrouw hiervan op de hoogte?
Weet ze dat je hier zit te foezelen met Letitia?”
“Nee… er is iets dat ik je al eerder had willen vertellen… Wil en ik zijn al een paar weken uit elkaar.”
Dit raakt Jeroen, want hij mag Wil graag.
“Juist.” Hij loopt naar het raam, sluit even zijn ogen en ademt diep in en uit.
Het hele scenario dendert door zijn hoofd.
Hij draait zich om.
“Waarom vertellen jullie mij niet wat er speelt. Ik zal niet blij zijn; maar het ergste wat jullie doen is niet het vreemd gaan, maar het liegen daarover. En daarnaast is het nogal beledigend om te denken dat ik zo dom ben, dat ik jullie bij elkaar geraapte onzin slik.”
Het blijft stil.
“Oké, dan ga ik nu naar het Politiebureau om aangifte te doen tegen ene David. Daar hebben jullie er vast geen tien van. Dat hij een rijke pa heeft maakt het extra gemakkelijk om uit te vinden om wie het gaat.”
Hij loopt naar de deur.
“Stop!” zegt Patrick. “Dat kun je niet doen.”
“Natuurlijk wel! Jullie kunnen mij maar op één manier tegenhouden en dat is door eerlijk te zijn.”
Jeroen wacht nog een paar tellen… het blijft stil.
”Oké, jullie bekijken het maar. Succes met jullie gekonkel!”
Letitia begint te huilen..
“Het spijt me zo Jeroen… het betekent echt niks, het komt alleen doordat ik verdrietig was en toen Patrick mij heeft getroost, gaf hij mij een zoen; en omdat ik overstuur was, heb ik niet goed gereageerd. Want ik hou van jou! Dat weet je toch wel? Wij houden toch van elkaar?”
“En dat verhaal over die David?”
Patrick neemt het woord weer over.
“Dat hebben we een beetje aangedikt. Wij zeiden dat om dat wij jou geen pijn willen doen. Maar hij had wel een grote mond!”
“Knap gedaan. Als je goed wilt liegen moet je dicht bij de waarheid blijven.”
Jeroen vangt een waarschuwende blik op van zijn broer naar Letitia, maar ze merkt het niet en gooit alles op tafel.
“Toen Wil weg was, had Patrick verdriet. Wij zijn vrienden, dus als er iets is, dan luister je naar elkaar. Hij was eenzaam en verdrietig en toen heb ik hem getroost. Misschien is dat iets verder gegaan dan onze bedoeling was, maar het heeft wel geholpen, hè Pat?”
Jeroen weet genoeg.
Hij kijkt hen beiden nog eens strak aan en zonder verder iets te zeggen draait hij zich om en loopt de deur uit, de gangen door…
Hij vergeet Ina te groeten, die hem verbaasd nastaart.
“Ik ga nu maar,” zegt Letitia tegen Patrick.
“Jeroen wacht op mij en dan hoef ik niet met de bus.”
Patrick is met stomheid geslagen. Hij kent zijn broer. Ze zijn wel tweelingen, maar Jeroen heeft iets onverzettelijks meegekregen bij zijn geboorte.
En hij, Patrick, was altijd het watje.
Hij verwacht Letitia elk ogenblik terug. Want hij weet dat Jeroen niet op haar wacht en dat hij nooit meer op haar zal wachten.
Jeroen is inderdaad vertrokken ontdekt Letitia als ze de hal inkomt.
Ze holt nog even naar de parkeerplaats, maar de bekende auto is weg.
Het enige dat nog zichtbaar is, zijn de achtergebleven bandensporen.
Ze kan en wil niet geloven dat ze door haar leugens haar vriend kwijt is.
Ze gaat niet terug naar Patrick, maar neemt de bus naar huis en gelooft stellig dat het, als ze eenmaal daar is, met een beetje huilen en mooie beloftes wel weer goed komt.
Eenmaal thuis wil ze met het eten beginnen, maar Jeroen wil dat ze nog even komt zitten. Voor zichzelf trekt hij een stoel bij, draait hem om en leunt naar voren.
“Letitia,” zegt hij… Dat belooft geen goeds, meestal noemt hij haar Tiet.
“Letitia, het is voorbij tussen ons. Over! Je doet het verdomme met mijn broer!
Haar ogen vullen zich met tranen en ze springt op: “Jeroen! Doe dit niet! Geef ons niet op!” Ze slaat haar armen om zijn hals en bezweert hem dat ze van hem houdt.
Hij recht zijn rug en trekt haar armen los.
“Wat wil je nou? Je stinkt nog naar mijn broer!”
Hij werpt een kille verachtelijke blik op haar.
“Pak je spullen en ik breng je weg met de auto, naar je ouders, of naar een B&B, wat je wilt. Maar bij mij kom je er niet meer in!”
Jeroen rijdt haar naar haar ouderlijk huis waar ze weigert uit te stappen.
Nu wil ze toch liever naar een B&B.
Het is niet ver. Als hij de auto stil zet, probeert ze hem opnieuw te vermurwen, maar hij laadt haar koffers uit en zet ze voor de deur.
Ze blijft in de auto zitten en doet de deur op slot.
Jeroen gebruikt zijn elektrische deuropener, pakt haar stevig bij de arm en trekt haar de auto uit.
“Je koffers!” wijst hij en als ze omkijkt stapt hij in en rijdt weg.
“Tiet, Tiet…” zegt hij bij zichzelf. “Ik dacht dat jij meer stijl had.”
Als hij thuis komt, staat Patrick voor de deur.
“Mag ik binnenkomen?” vraagt hij.
Jeroen geeft geen antwoord, maar houdt de deur open.
Patrick heeft een vuurrood hoofd.|
“Het spijt me zo! Ik bied mijn excuses aan.” zegt hij.
“Het is allemaal mijn schuld. Dit alles met Letitia had nooit mogen gebeuren.”
Op zijn beurt wil Patrick nu ook volledig uit de doeken doen hoe of het allemaal gekomen is.
Maar voor Jeroen moet het boek dicht.
Patrick wordt niet buiten gezet, want ze zijn broers, familie… tweelingbroers…
————————————
Geef een reactie