Anno 2007
Het is al jaren geleden dat ik ten einde raad was omdat ik op een bijzonder ongelegen moment mijn huissleutels niet kon vinden.
Een groot deel van de ochtend had ik kostbare tijd verspild aan het vruchteloos zoeken in huis.
Ik wist dat ik de vorige middag met die sleutels was binnengekomen en dat ze binnen moesten liggen.
Op de logische plekken keek ik het eerst: de keukentafel, het aanrecht en het kastje in de hal en daarna ging ik door laden, jaszakken en tassen.
Het gekke is dat je, als je niet kunt vinden wat je zoekt, een zeer sterke aandrang krijgt om ook op onlogische plaatsen te gaan kijken.
De tijd drong, want ik had een afspraak bij de tandarts, die ik echt niet mocht missen.
Op een gegeven moment was ik zelfs in de garage aan het zoeken, terwijl ik heus wel wist dat ik ze daar nooit achterliet, maar ik ging aan mijzelf twijfelen omdat de logica niets had opgeleverd.
Op een gegeven moment tikte vriendin Elsie op het raam.
“Hoi! Wat ben je aan het doen?”
Ik wenkte haar en ze kwam de garage binnen.
“Ik ben mijn huissleutels kwijt en ik moet over max. een half uur weg om op tijd bij de tandarts zijn.
Heb jij tijd om zolang op mijn huis te passen?”
“Heb je het de Heilige Antonius al gevraagd?” vroeg ze.
“Heilige Antonius? Wie is dat?’ vroeg ik.
“Als je iets kwijt bent en je roept de Heilige Antonius aan en je vraagt of Hij ervoor wil zorgen dat je die sleutels terugvindt, dan helpt Hij je.”
“Sorry hoor, maar dat lijkt me wel heel sterk…” zei ik afwijzend.
“Doe het nou maar,” knikte ze me overtuigend toe,
“dat kan toch geen kwaad?”
“Wat moet ik zeggen dan?” deed ik nog een beetje onwillig.
“Nou, zeg gewoon:
Heilige Antonius, beste vrind,
Zorg dat ik mijn sleutels vind…”
Ik zei haar na:
“Heilige Antonius, beste vrind,
Help mij zodat ik mijn sleutels vind…”
“Ja, zo kan het ook,” Ze glimlachte om mijn ongelovige gezicht.
Opeens bedacht ik: “Ik ga Ruud bellen of hij mijn sleutels in zijn zak gestoken heeft.”
We liepen het huis in en ik belde hem.
“Als hij ze niet heeft, wil jij dan oppassen?
Dan ga ik verder zoeken als ik terug ben.”
“Ruud hier, wat is er, ik ben druk!”
“Heb jij mijn huissleutels in je zak gestoken? Ik heb alles afgezocht en ze zijn hier niet.”
“Natuurlijk niet! Dan moet je beter zoeken!” klonk het ongeduldig en hij mikte de haak erop.
“Ik blijf wel zolang hier, ga je maar gauw klaarmaken,” raadde Elsie.
Ik ging mijn tanden poetsen en juist toen ik de deur uit wilde gaan, rinkelde de telefoon.
Ik pakte hem op.
“Vrouwtje… ?” klonk het aan de andere kant van de lijn…
Ja ja…
Ruud had inderdaad per ongeluk mijn sleutels bij zich gestoken.
Helemaal opgelucht haastte ik mij de deur uit, terwijl mijn vriendin opmerkte:
“Dit is wat de Heilige Antonius doet.”
“Ja, geweldig, maar ik moet nu gaan… tot straks!”
Een uur later was ik weer thuis.
Ruud had de sleutels gebracht en Elsie las de krant.
“Viel het een beetje mee?”
“Ja… een mens lijdt het meest…”
“Door het lijden dat zij vreest,” vulde ze aan.
Ik schoof tegenover Elsie aan tafel.
“Toch is het raar… Ruud heeft in al die veertig jaar nog nooit mijn sleutels gepakt.” Ik keek Elsie aan.
“Geloof jij echt dat een Heilige, iemand die al een eeuwigheid dood is, ons kan helpen onze spullen te vinden die we door eigen schuld kwijt zijn?”
“Ja… dat is wat Antonius doet.
Je ziet ze opeens liggen of je krijgt een ingeving, of er gebeurt iets anders waardoor je ze vindt…”
“Als ik weer eens iets kwijt ben, dan zal ik eraan denken en kijken of het werkt,” zei ik.
“Geef me nou maar een kop koffie,” zei Elsie.
“Waarom heb je niks gepakt?”
“Ik heb op jou gewacht, dat vind ik gezelliger.”
In de tussenliggende jaren tot nu is De Heilige Antonius mij menigmaal te hulp geschoten.
De laatste keer was gisteravond, toen ik de familie te eten kreeg.
Ik had mij voorgenomen om bokkenpootjes te bakken voor na het eten bij de koffie.
Vorige week had ik vast spuitzakken aangeschaft, waarzonder het niet gaat lukken.
Toen ik de voorbereidingen voor het eten klaar had en aan de koekjes wilde beginnen, zocht ik overal naar de spuitzakken. Nergens te vinden. De tijd drong.
Het vreemde is, dat ik pas aan de Heilige Antonius denk, als ik bijna in paniek raak.
Nog net op tijd dacht ik aan hem:
“Heilige Antonius, beste vrind,
Help mij zodat ik mijn spuitzakken vind…”
Ik kreeg een ingeving om in de oven te kijken, wat een zeer onlogische plaats is.
Daar lagen ze.
Wanneer ik hem op voorverwarmen zou hebben gezet, waren de spuitzakken ongetwijfeld gesmolten…
Voor mij, niet katholiek en ongelovig, is het bijzonder dat ik al vele malen door de Heilige Antonius ben geholpen; althans, zo voelt het.
Ik wens u, al mijn lezers, wanneer u niet meer weet waar u het zoeken moet, hulp van de Heilige Antonius toe.
Geef een reactie