Op een beschut plekje in de tuin

proza 2025

Op een beschut plekje in de tuin, heerlijk verwarmd door de voorjaarszon, heeft Jutta haar paradijsje gecreëerd.  
Er staat een bank, waarop ze fleurige kussens heeft gelegd en een houten tafeltje, met haar boek, wat te drinken en haar telefoon.
Behalve het geritsel van de duiven door de pergola en het gezang van vogels is er niets te horen.
Het duurt dan ook niet lang voor Jutta in slaap valt met het boek op haar buik.

Opeens fluistert een stem in haar oor:
“Ontwaak, schone slaapster,”
Denkend dat het Guido is, trekt er een glimlach over haar gezicht.
Hierdoor aangemoedigd, drukt de eigenaar van de stem brutaalweg een kus op haar lippen.
Verschrikt doet ze haar ogen open slaat gelijktijdig vinnig van zich af.
Een breed lachende Aron staat over haar heen gebogen.
Hij is de vriend van haar zusje, Celia.
“Mijn aangeboren stoutmoedigheid stond mij niet toe deze kans om een kus te stelen onbenut te laten.”
Hij is niet alleen vermetel, maar heeft bovendien een passende tekst paraat om haar te ontwapenen.

Jutta gaat overeind zitten. Het lukt haar niet om serieus boos op hem te zijn. Hij is een deugniet, en weet dat hij in die rol onweerstaanbaar is.
“Waar is Celia?” vraagt ze.
Hij komt naast haar zitten.
“Binnen… ze komt er zo aan met iets te drinken en wat lekkers van de bakker.
Opeens schatert hij het uit!
“Jammer dat ik dit niet op film heb! Je had jezelf eens moeten zien kijken! Overrompeld en quasi gekwetst, alsof je een geboren jonkvrouw bent!”
“Alles goed en wel Aron, we weten allemaal dat je een groot kind bent, want een volwassen vent verlaagt zich niet tot pubergedrag. Maar dit flik je me nóóit meer!”

Celia komt naar buiten met een volgeladen dienblad.
Aron springt overeind om haar van haar last te verlossen.
Jutta maakt ruimte vrij op tafel zodat hij het blad erop kwijt kan.
“Heb je lekker geslapen, Jutta?” vraagt Celia.
“Ik droomde fijn, maar werd wakker in een nachtmerrie,” doet ze dramatisch.
“Oh… Aron natuurlijk.” Ze kijkt hem aan en schudt haar hoofd. “Wat heeft ie gedaan?”
“Hij zei dat ik een schone slaapster was en toen zoende hij mij.” Ze werpt een beschuldigende blik op Aron.
“Juist ja… dat was dus je fijne droom; en wat was je nachtmerrie?”
Jutta steekt haar tong uit tegen haar zuster.
“Mm… was het een vieze natte kwijlzoen?”
Jutta trekt een vies gezicht bij alleen het ideé al… en schudt afwerend haar hoofd.
“Nee…!”
“Was het een me-too zoen? Met grijpgrage handen waar ze niet horen…” Sierlijk bewegen Celia’s handen zich in een suggestieve dans.   
“Natuurlijk niet!”
Jutta krijgt een kleur.
Celia richt zich tot haar vriend.
“Vertel nou maar wat je gedaan hebt, want Jutta weet alleen wat het niet was.”
Aron grijnst. “Het ging bijna precies zoals Jutta zei. Ik fluisterde: Ontwaak, schone slaapster! En toen lachte ze. En daarom gaf ik haar een heel klein droog kusje op haar lippen… alsof ik een prins was…”
“Ik dacht dat jij Guido was en daarom lachte ik!” verdedigt Jutta zich.
“We zullen hem straffen!” belooft Celia.
“Oh… zeg niet dat ik géén koek bij de koffie krijg!” kreunt Aron. “Ransel mij liever met een zweep! zachtjes,” voegt hij er ondeugend aan toe.
Celia giert het uit en Jutta kan ook haar lachen niet inhouden.
Aron werpt zich vrijwillig op om de koffie in te schenken en de koffiebroodjes uit te delen.
Daarna wringt hij zich tussen de twee zusjes op de bank.
“Héérlijk is het hier!” deelt hij mee.
Dat nemen de zusjes voor kennisgeving aan.

                         ——————–


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *