Anno 2025
Isère zit op haar knieën op de overloop en gluurt tussen de trapspijlen door naar beneden, naar tante Karin en haar vader.
Voor tante kon aanbellen, had vader haar al gezien en de deur opengedaan.
Karin is zijn jongste zusje, die zo nu en dan graag een paar vrije dagen bij hen doorbrengt.
Hun vrolijke stemmen klinken op uit de hal. Zij vertelt hèm iets en dan maakt vader háár aan het lachen..
Isère weet precies hoe ze eruit ziet als ze lacht… er verschijnen kuiltjes in haar wangen dan lacht ze haar tanden bloot, zodat je het kleine spleetje tussen haar voortanden ziet. Tussen het gewone lachen door produceert ze van die grappige giecheltjes.
Het lijkt net alsof ze zichzelf een beetje uitlacht.
Het is altijd leuk als tante Karin op bezoek komt.
Zij brengt vrolijkheid in huis.
Als tante er is doen ze vaak spelletjes en ze brengt soms iets aardigs mee voor haar en Sander, zoals een zaklantaarntje of een waterpistool…
Isère wilde heel graag opblijven tot tante er was, maar dat mocht niet van haar moeder.
Ze moest tanden poetsen en haar pyjama alvast aantrekken.
Dat was gauw gebeurd en omdat haar moeder nog met Sander bezig is, zit ze stilletjes op de overloop door de spijlen te gluren en heeft ze gezien hoe haar vader tante binnenliet.
De deur van Sanders slaapkamer zit nog dicht.
Isère weet dat mama hem altijd een verhaaltje voorleest.
De verleiding om bij tante Karin een knuffel te halen is te sterk om te weerstaan.
Op handen en knieën kruipt ze naar het trapgat.
Net als ze naar beneden wil gaan, komt haar moeder de kamer van Sander uit en betrapt haar.
“Isère!” klinkt het boos.
Geschrokken draait ze zich om.
Ze verliest haar evenwicht en valt zijdelings van de trap.
Maaiend met haar armen om houvast te vinden, tuimelt ze helemaal naar beneden.
Ontdaan knielt tante bij haar neer: “Kindje toch! Hoe komt dat nou?” Ze springt overeind, trekt een wollen jasje van de kapstok en legt het over het meisje.
Vader en moeder komen erbij en moeder wil haar overeind trekken.
“Wacht even Rien,” houdt tante haar tegen. “Ze kan iets gebroken hebben. Ze maakte echt een nare smak!”
Het volgende dat Isère zich herinnert is dat ze wakker wordt in Karins armen terwijl ze met de auto onderweg zijn naar het ziekenhuis.
Onderzoek wijst uit dat ze bij haar val een hersenschudding heeft opgelopen. Haar pijnlijke arm blijkt te zijn gebroken en moet in het gips. Ze heeft een aantal blauwe plekken, maar die zullen vanzelf genezen.
“Vertel me eens Isère, welke kleur vind je mooier? Blauw of rood?” vraagt de dokter.
“Rood,” komt er een beetje verlegen uit.
“Dan gaan we een mooi rood gipsverband om jouw arm leggen en daarna mag je met je papa en mama mee naar huis.”
“Dat is mama niet, dat is tante Karin!”
“Aha… tante Karin dus, dat zal ik onthouden.” Vrolijk lacht de arts naar tante Karin terwijl hij de gebroken arm verzorgt.
“Zo jongedame, wat vind je ervan. Met dit mooie verband wordt je vast gauw beter. Over drie weken kom je de arm laten zien en dan kijken we of hij weer in orde is. Afgesproken?”
Isère krijgt een mitella om en haar vader maakt een afspraak voor de controle.
Thuis gekomen legt vader haar in de kamer op de bank en ze hoeft niet gelijk naar boven.
“Gaat het weer een beetje, Isère?” vraagt haar moeder.
Vader vertelt wat de dokter heeft gezegd.
Ze mag opblijven tot ze slaperig wordt en dan draagt vader haar naar boven.
De volgende ochtend is Sander het eerste wakker.
Hij sluipt naar de slaapkamer van zijn zusje en schrikt als hij haar ziet. Haar gezicht is aan een kant bont en blauw en met haar arm in het gips ziet zij er in zijn ogen angstaanjagend uit.
Hij rent haar kamer uit naar de slaapkamer van zijn ouders en roept: “Jullie moeten meekomen naar Isère!”
Hij vliegt terug naar de kamer van Isère en gaat op zijn knieën voor het bed zitten om naar haar gezicht te kijken. Hij durft haar niet aan te raken…
Ze voelt dat er naar haar gekeken wordt en doet anderhalf oog open. Haar gezicht is gezwollen en voelt stijf aan.
“Ik ben van de trap gevallen.” zegt ze en dat verklaart voor hem alles.|
“Zal ik een mooie tekening voor je maken?” bied hij aan.
“Goed.”
Hij stuift weg naar zijn eigen kamer op zoek naar zijn tekenboek en stiften.
Nu komen vader en moeder bij haar kijken.
“Hoe gaat het meisje, heb je lekker geslapen?” vraagt moeder.
“Slapen is goed voor je, daar wordt je beter van.” voegt vader eraan toe.
Tante Karin komt er ook bij.
Het raakt aardig vol in het kamertje.
“Hoe is het met mijn dappere vriendin?” vraagt ze.
Isère tovert een flauw glimlachje tevoorschijn.
“Goed.” Het ontgaat haar ouders en tante niet dat ze er veel meer gehavend uitziet dan de avond ervoor.
“Zal ik Isère voor je in bad doen?” vraagt Karin aan moeder. “Daar knapt ze vast van op.
Moeder knikt dankbaar, want zij heeft niks op met gewonde mensen, of ze nou klein zijn of groot.
Dit in tegenstelling tot Karin, die verpleegkundige is, en die Isère graag vakkundig en prettig wil verzorgen.
Na het bad krijgt ze haar mooiste pyjama aan met poesjes erop.
Haar moeder heeft een mooi bed voor haar gemaakt op de bank.
Onder al die aandacht voelt Isère zich, ondanks de hoofdpijn en de nog steeds pijnlijke arm, gelukkig.
Sander heeft voor haar een huis getekend… met een trap aan de buitenkant en daarvoor ligt iets wat het meest op een teddybeer lijkt.
“Dat ben jij!” zegt hij trots.
De tekening wordt met een punaise boven de bank gehangen.
Drie weken later gaat vader met Isère naar het ziekenhuis voor controle.
Ze ziet er stukken beter uit en het gips mag eraf.
“Heb je je tante Karin niet meegebracht?” vraagt de arts van de vorige keer.
“Nee, ze moet werken. Tante Karin werkt op de kinderafdeling.” deelt ze mee.
“O ja? In dit ziekenhuis?”
“Pap?” Isère kijkt vragend naar haar vader.
Hij schiet in de lach. “Ja!” zegt hij. “Inderdaad in dit ziekenhuis.”
Dan steekt de arts zijn hand uit. “Het beste met uw dochter!” Dan richt hij zich tot Isère: “Voorzichtig met de trap. Niet meer vallen hè!”
Hij kijkt even peinzend voor zich uit…
“Doe je tante Karin maar de groeten van dokter Simon.” zegt hij dan.
Hij draait zich om en loopt de gang op.
“Kom lieverd, we gaan naar huis. We gaan mama vertellen dat het goed met je gaat.”
Isère blikt nog eens opzij naar haar vader.
Hij kijkt zó blij, hij loopt de hele tijd stiekem te lachen…
—————-
Geef een reactie